Het was een koude, vorstige ochtend. De rijp toverde een prachtig zicht over het gras. Ik liep naar buiten en daar zag ik een hippe, goed uitziende blonde dame staan, samen met haar evenzo hippe vintage vriend. Een prachtig, stevig gebouwde pup van een week of tien werd door de blonde dame uit de auto getild. De pup vond het allemaal best een beetje spannend. Een onbekende omgeving en onbekende geuren zijn doorgaans iets wat bijna alle pups spannend vinden als ze voor het eerst naar de hondenschool komen.
Op haar gemak en onderzoekend liep de pup, die van haar baasjes de naam Kiki had gekregen, mee naar binnen. Binnen, bij de petroleumkachel, was het een stuk aangenamer dan buiten. Onder het genot van een dampende bak koffie bespraken we alles wat met de opvoeding van Kiki te maken had. Wat een geinige naam trouwens, Kiki, voor een hond die straks enorm groot wordt! Zie je het al voor je? Een enorme hond die losloopt in het bos, en als je dan “Kiki!” roept, komt er een hond van minstens zeventig kilo aangescheurd? Maar Kiki was nu nog maar tien weken oud en banjerde met haar logge lijf en stevige poten door het lokaal, op ontdekkingsreis langs alle onbekende geuren. De rondsnuffelende pup had zelf nog geen idee van de therapeutische waarde die haar door het jonge stel was toegeschreven. Dat dit het geval was, hoorde ik pas later – in een onderhuids, wat angstig gesprek dat zich langzaam ontvouwde. Het jonge stel was enorm trots op Kiki. Vooral op het feit dat ze als onervaren hondenbezitters hadden gekozen voor een groot ras met een stevig karakter. Want een hond, gefokt met behoorlijk territoriale eigenschappen, midden in een woonwijk opvoeden – dát was pas een echte uitdaging! Als je zo’n hond in het gareel kunt houden, dan kun je alles aan. Althans, dat vertelden ze me. Want volgens hen hangt alles af van de opvoeding. Als die maar goed is, dan komt alles goed! Kiki had inmiddels genoeg nieuwe geuren verwerkt en plofte met haar logge lijf op de grond om te slapen. Het stel vertelde dat ze bij verschillende fokkers waren geweest – ook bij fokkers die nog met authentieke lijnen werken. Die fokken niet per se op uiterlijk, maar op de oorspronkelijke taak van het ras: erfbewaking. Bij één van die fokkers zat een pittige reu in een kennel. De jonge vrouw vertelde dat ze begon te shaken van angst toen ze voor de kennel stond. Toch wilde ze de ervaring aangaan om die angst te overwinnen. “Met de juiste energie en attitude komt alles goed,” zei ze. Ik dacht bij mezelf: het is eigenlijk net als bungeejumpen. Je staat op het randje, kijkt naar beneden, voelt de angst door je lijf gieren. Je vermant jezelf, ademt in, en springt. De kick komt daarna, door de adrenaline. Het is geen echte angstoverwinning, maar een roes. Zo stapte zij de kennel van een pittige reu binnen – en dat gaf haar een goed gevoel. Veni, vidi, vici – ik kwam, ik zag, ik overwon – op adrenaline. Maar dat “ik overwon” ging niet alleen over het betreden van die kennel, ontdekte ik later. Kiki bleek een soort therapie voor haar mensen – zonder dat ze zich daar zelf echt van bewust waren. Eén van de baasjes had kort geleden een angststoornis overwonnen, wat het leven aanzienlijk dragelijker had gemaakt. Toch merkte ik in ons gesprek dat beide baasjes behoorlijk onzeker waren. Bang dat ze het niet aankonden, bang dat Kiki zou ontsporen. En ik vroeg me af: zou de opvoeding van Kiki gebaseerd worden op adrenalinekicks? “Ik kwam, ik zag, ik overwon” – is dat de juiste basis voor opvoeding? Geen bewustzijn van rastypische eigenschappen en genetische aanleg, maar situaties aangaan voor de kick, alsof elke opvoedkundige uitdaging een bungeejump is? De carrièredromen voor Kiki lagen al klaar. Ze zou in de toekomst ingezet worden als therapiehond in hun coachingspraktijk, om mensen met angstproblematiek te helpen. Wauw, een echte carrière-tijger, die Kiki! Maar wie was Kiki zélf eigenlijk? In de eerste plaats een hond met specifieke raskenmerken: een erfbewaker, met sterk ontwikkelde territoriale eigenschappen – dat zit in haar genen. En naast haar ras was Kiki vooral nog een beetje een onzekere pup, die tijd nodig had om aan alles te wennen. Ze moest eerst haar eigen omgeving en mensen leren kennen. Ook al zag ze er indrukwekkend uit voor een pup, ze was in wezen nog een echte baby. Niet overhaasten. Gelijk actief meedoen aan de puppygroepsles was op dat moment nog wat veel. Voor Kiki was het beter om eerst te komen kijken, snuffelen aan andere pups, en de week daarna pas actief mee te doen. Maar was die rust ook voldoende voor haar baasjes? Ze stemden in met mijn voorstel. Vol goede moed kwamen ze naar de puppygroepsles. Ze lieten Kiki rustig snuffelen en van een afstandje kijken. Ze vonden het leuk, prettig en waren enthousiast. Tot ik een paar dagen later werd gebeld. Eén van de baasjes vertelde dat ze toch niet verder wilden met de puppycursus. Die was, naar hun idee, “te liefelijk”. Kiki had volgens hen juist een pittige aanpak nodig. Een begeleiding waarbij duidelijk werd wie de baas is – want Kiki was tenslotte een ras met een stevig karakter. Sorry, Kiki. Het spijt me dat ze je als spiegel gebruiken, waardoor ze zichzelf niet echt hoeven te zien. Het spijt me dat ze jou nodig hebben voor hun adrenalinekicks. En vooral spijt het me dat ze hun angsten op jou projecteren. Groetjes, Lémone PS In de tijd dat ik zelf ook nog les gaf aan mensen met honden, schreef ik vaak de minder leuke kanten van dit beroep van mij af in verhaaltjes maar ik heb ze nog niet eerder gedeeld. Dit verhaaltje is nog uit de tijd dat we 1 privéles en 4 puppygroepslessen gaven. Het schrijven is voor mij een copingsmechanisme 😉 |
BLOG
hogz blog geschreven door Lémone Archives
Juni 2025
Categories |